Nederland heeft altijd een haat-liefdeverhouding gehad met de Romeinse tijd. Waar omliggende landen zoals België, Duitsland en Engeland dit deel van hun geschiedenis hebben omarmd, heeft Nederland dat steevast afgehouden. De wortels van deze blinde vlek moeten we zoeken in de geschiedenis. Ruim tweehonderd jaar geleden werd het Koninkrijk der Nederlanden geboren. Men had behoefte aan eenheid, en zoals in alle nieuwe staten van Europa zocht men dat op twee vlakken: een gemeenschappelijke taal en een gemeenschappelijke geschiedenis. Maar de geschiedenisboekjes in de 19e eeuw zijn geschreven in Amsterdam, een stad die ten noorden van de limes ligt en geen binding had (en heeft) met de Romeinse tijd. Amsterdam is pas duizend jaar na de Romeinen gesticht en heeft zelfs de Middeleeuwen niet meegemaakt. De Hollanders lieten de officiële geschiedschrijving daarom grofweg beginnen bij Willem van Oranje. En dat heeft ons nationale historisch besef altijd gedomineerd.
Omdat Romeinen nooit goed in ons collectief bewustzijn terecht zijn gekomen, weten we er maar moeilijk raad mee. Met hardnekkige vooroordelen als gevolg. Het makkelijkst is om de Romeinen neer te zetten als bezetters – een woord dat sinds de Tweede Wereldoorlog een extra nare bijsmaak heeft gekregen. Zeker, de Romeinen waren geen lieverdjes – ze waren militair ingesteld, vooral in de eerste decennia. Maar wat we vergeten is dat tweeduizend jaar geleden totaal andere normen heersten in Europa. Het was allerminst een vreedzame, arcadische samenleving. Keltische en Germaanse volkeren lagen regelmatig overhoop met elkaar en waren daarin ronduit gewelddadig. Maar daar hoor je niemand over, omdat dat niet is beschreven. In werkelijkheid kwamen de Romeinse legers juist helemaal niet vaak in actie. In vier eeuwen Romeinse tijd zijn er in Nederland behalve de Bataafse Opstand in 69-70 nauwelijks oorlogen bekend. Statistisch gezien was de Romeinse tijd zelfs de langste periode van vrede uit de Europese geschiedenis.
De Romeinen brachten een voor die tijd ongekende culturele bagage mee, met onder andere vernieuwingen op het terrein van bestuurskunde, medische verzorging, recht, landbouw, bouwkunst en infrastructuur. Romeinen waren op religieus gebied bijzonder tolerant en kenden geen racisme. Aan de grenzen van het Rijk, juist ook in Nederland, ontstond een bijzondere mix van inheemse Germaans-Keltische volkeren, hulptroepen uit de Balkan en Spanje, mediterrane veteranen en handelaars uit het hele rijk. Het was de eerste multiculturele samenleving van Noordwest-Europa. Een buitengewoon actueel thema. De limes was ook zeker geen Berlijnse muur, zoals vaak wordt gedacht. Al die forten zagen er heel stoer uit, maar als verdedigingslinie was de limes zo lek als een mandje. Voor de Romeinen was het meer een afbakening van het territorium, een symbolische grens van de hun bekende beschaving. Over en weer was volop handel, zolang het tenminste vrede was. En dat gold, zoals we net zagen, voor het overgrote deel van de Romeinse tijd.
Misschien dat we er nog iets van kunnen leren.