Toeristen, dagjesmensen, forenzen of studenten, dagelijks bewandelen vele mensen de weg van het Centraal Station in Amsterdam naar het Damrak om vervolgens uit te waaieren over andere delen van de stad. Bijna vanzelfsprekend passeert men daarbij het Victoria Hotel, een van de oudste hotels met een moderne inrichting in Nederland. Wat misschien niet direct opvalt zijn de twee kleine, donkere, zeventiende-eeuwse geveltjes die zijn ingemetseld. Ze steken schril af bij de lichte stenen van het hotel. Wat is het verhaal achter deze twee pandjes?
De Huisjes van het Victoria Hotel Amsterdam
Kleermaker Carstens en Slijter Verburgt
Aan het einde van de negentiende eeuw, de tijd van vooruitgang, werden in Amsterdam overal nieuwe imposante gebouwen neergezet om de stad weer wat allure te geven. Ook het Centraal Station en het Victoria Hotel hoorden hierbij. Zo konden rijke toeristen de stad bereiken en op stand overnachten. Om het Victoria Hotel te kunnen bouwen moest er plaats gemaakt worden. Daarom werden de zeventiende-eeuwse panden aan het Damrak en de Prins Hendrikkade opgekocht en gesloopt, op twee na: nummer 46 en 47. Deze twee panden werden bewoond door kleermaker Pieter August Carstens en slijter Johannes Frederik Verburgt.
Oneindig Noord Holland
Dit verhaal is afkomstig van het online platform Oneindig Noord-Holland, tevens partner van de Maand van de Geschiedenis. Kijk voor meer verhalen over Grenzen op Oneindig Noord-Holland.