"Durf te denken durf te dromen"
Reizende Reporters: Phebe Kloos (verslag) en Eva Broekema (fotografie)
Winkelpassage Hemelrijk, Arnhem <foto: Eva Broekema>
“Gouden locatie, midden in het hart van het probleem”, hoor ik iemand naast me zeggen. Middenin een Arnhemse winkelpassage is een binnentuin (inclusief kakelende kippen) gecreëerd. We zitten onder een weerspiegelende dakkapel. Pallets zijn in arenavorm op elkaar gestapeld en opgevrolijkt met een grasmat.
<foto: Eva Broekema>
Ruimtekoers richt zich deze week op leegstand. Vanavond gaan we het hebben over de utopie van de stad. Centraal staat de vraag: hoe ziet het leven in de perfecte maatschappij er uit?
Yosser Dekker, initiatiefnemer van Ruimtekoers, opent de avond. “De winkelpassage waar we nu zitten, genaamd het ‘Hemelrijk’, is een troosteloze plek. Vrijwel alles staat leeg. Hij wordt enkel gebruikt als grensdoorgang van de ene winkelstraat naar de andere. Voor een paar dagen toveren wij het om, met een ballenbak, café, inspiratie rondom Tiny Little Houses, een exporuimte, ruimte voor debat en een wachtruimte.” De zaal kijkt op, ‘een wachtruimte’? Gelukkig licht Dekker toe; “In een hotel ben je een gast, in een sportschool een sporter. Maar wat ben je in een wachtruimte? De indeling van een ruimte is de instructeur van jouw gedrag.”
Bas Heijne <foto: Eva Broekema>
Vanavond staan er twee sprekers op het programma; schrijver Bas Heijne en historicus Rutger Bregman. Heijne houdt zijn laatste bundel Onbehagen in zijn hand. Met een analytische blik duidt hij onze tijdsgeest. Utopisme heeft volgens hem een nare bijsmaak. Wat voor sommigen een utopie is, is in de geschiedenis voor anderen geëindigd in een nachtmerrie die miljoenen levens eiste. Heijne; “De mens is een en al lust. We willen ons prettig en fijn voelen. Alleen: er is een weerbarstige werkelijkheid en ik zal Donald Trump niet meteen als voorbeeld nemen,” de zaal gniffelt, “dus neem een Maserati. Je wilt een Maserati kopen, maar dan kunnen de kinderen niet meer achterin naar school worden gebracht. Je kan pas je lust bevredigen als deze bezwaren wegvallen.” Heijne vervolgt met een ander voorbeeld. Geert Wilders zegt dat als de elite nou opkrast, Nederland weer Nederland kan worden. Feitelijk zegt hij: Ik heb mooie ideeën voor Nederland, maar die ander zit in de weg. Dit gevoel wordt aangemoedigd door de ik-cultuur waarin we leven en waar veel onbehagen uit voortkomt. Heijnes stelling is dat mensen weinig andere verhalen krijgen om te geloven. Mensen hebben een horizon nodig, een mythe om in te geloven. Een verhaal dat verbindt. Heijne pleit voor utopisme dat de noodzaak ziet de verhalen aan elkaar te vertellen. “Het wordt tijd dat we met een nieuw plan komen.”
Rutger Bregman <foto: Eva Broekema>
“Bas, mooi verhaal, maar er klopt natuurlijk niks van.” De microfoon is voor Bregman. De zaal lacht, Heijne geeft geen kick. Rustig doet Bregman zijn horloge af, legt dit op het katheder en stelt de zaal vragen: “Wie volgt hier het nieuws?” Vrijwel iedereen steekt de hand op. “Wie leest de krant? Dat blaadje uit de trein telt niet mee”, wederom steekt bijna iedereen zijn hand op. “Wie heeft het idee dat hij gehersenspoeld wordt en niks meer weet? Aha, ik zie geen handen, terwijl dat toch is wat dagelijks gebeurt! Het is de les die ik heb geleerd. Hij telt vier woorden.” Mensen die Bregman al eerder hebben gehoord (bijv. bij de opening van de Maand van de Geschiedenis 2015), weten wat hij nu gaat zeggen; “vroeger was alles slechter. De afgelopen dertig jaar zullen we straks de grote era noemen. Er is op het gebied van gezondheid en intelligentie enorme vooruitgang geboekt.”
<foto: Eva Broekema>
Bregman gooit er een historische vergelijking tegenaan. Hij stelt dat - gecorrigeerd met inflatie “en ondanks mensen als Albert Verlinde en Gordon”- onze algemene intelligentie fors is toegenomen. Dit heet het Flynn-effect. Had iemand in 1910 een IQ van 100, dan heeft die anno 2016 een IQ van 70. Zo’n zelfde vergelijking gaat op voor welvaart: als Utrechtse dakloze ontvang je nu 650,- euro per maand inclusief vakantiegeld. Gecorrigeerd verdiende de modale inwoner dat in 1950.
“Ik droom wel er wel eens van dat ik iemand uit de Middeleeuwen rondleid. Ik stel me zo voor dat hij dan zegt: ‘Grutjes, dit is luilekkerland. Mensen sterven vaker aan overgewicht dan aan honger. Dit is zoals wij het voor ons zagen, de maakbare samenleving. Maar… waar komen jullie eigenlijk nog voor uit bed?’ En ik denk dat hij daarmee de vinger precies op de zekere plek legt, want wat blijft er over aan het einde van deze geschiedenis? Verveling. Wat is werk en wat doen we nu precies? Dat is de vraag die voor de utopie centraal moet staan.”
Bas Heijne en Rutger Bregman <foto: Eva Broekema>
Er wordt een debat aangekondigd, de zaal gaat op het puntje van zijn stoel zitten. Heijne stelt dat Bregmans utopisme niet de motor is voor het anders denken. Met zijn maatschappijkritiek doet hij alsof dat iets van bovenaf is. Gaat zijn mensbeeld niet teveel uit van slachtofferschap, hoe denkt hij dat te kunnen verhelpen? Bregman vindt dat we een mythe nodig hebben om in te geloven en media spelen daar een belangrijke rol in. Tot slot zijn de heren het toch nog met elkaar eens: “De enige utopist in Den Haag is Geert Wilders. Hoe formuleren we een tegenutopie?” De zaal klapt zijn handen rood, gaat aan de praat met elkaar en de dj start jazzy muziek.
<foto's: Eva Broekema>
Als ik naar buiten loop, de nacht in, kijk ik nog een keer achterom. ‘Hemelrijk’ staat er op de gevel. Daaronder een bord ‘naar Weverstraat’. Wat zou het toch mooi zijn als je dit Hemelrijk, hier midden in het centrum, zou kunnen binnenlopen. Dat je net zoals vanavond middenin plaatsneemt, onder die spiegelende ramen, en dat die de grote utopie in jouzelf tonen.
Reizende Reporters Phebe Kloos en Eva Broekema