Toen Thomas Midgley op 18 mei 1889 in het nauwelijks tienduizend inwoners tellende plaatsje Beaver Falls in het noordwesten van de VS gelegen Pennsylvania ter wereld kwam, kon niemand nog bevroeden dat de wereld dankzij hem binnen afzienbare tijd een stuk minder leefbaar zou zijn.
In 1911 studeerde hij af aan de Cornell University als civiel ingenieur. De wereld was ongetwijfeld een stuk veiliger geweest als hij dat was gebleven, maar in plaats daarvan ontwikkelde hij een enorme belangstelling voor de industriële toepassingen van scheikunde.
Zo kwam hij in 1921 terecht bij de General Motors Research Company in Dayton. Daar ging hij onderzoek doen naar een mengsel van elementen dat tetraethyllood heet. Na enkele experimenten ontdekte Midgley dat dit mengsel - in de volksmond gewoon ‘lood’ geheten, maar door de fabrikant slim en neutraal "ethyl" genaamd – het trillen van automotoren sterk deed verminderen. Auto-industrie blij, het milieu een stuk minder, zoals al snel zou blijken.