Artikel

Grootse wetenschap, ook zonder labjas

Column door Rosanne Hertzberger

In mijn vakgebied, de microbiologie, zijn we niet heel goed in het eerbiedigen van onze voorvaderen. Uiteraard kennen we alle namen wel, maar de omstandigheden waaronder ze werkten, de dogma’s van hun tijd, de vrolijke ongelukken, de verschillende persoonlijkheden, hun uiteenlopende onderzoeksstijlen en de talloze verhalen van al die reuzen die jarenlang barrevoets door de experimentele woestijn scharrelden voordat ze een Nobelprijswaardige ontdekking deden, die verhalen kennen wij vaak niet.

En dat is zonde. Want er is voor iedereen wel een geschiedenis die moed inspreekt.

Voor de impulsieve onderzoekers die onterecht geloven dat het een behoudende, sobere geaardheid vergt om baanbrekend labwerk te verrichten is er het verhaal van onze voorvader Louis Pasteur. De verschillen tussen Pasteurs manier van werken en die van zijn Duitse tijdgenoot en collega-vader-der-microbiologie Robert Koch konden niet verder uit elkaar liggen. Allebei deden ze experimenten die ten grondslag lagen aan ‘germ theory’, de ontdekking dat zowel infecties als voedselfermentaties worden veroorzaakt door microscopisch leven. Maar waar Koch na een ontdekking eerst terug naar het lab ging om zichzelf eindeloos te falsifiëren en te controleren, rende Pasteur bij het vermoeden van een doorbraak met de handen hoog in de lucht de gang op om het definitieve einde van infectieziekten te verklaren. Geschiedenisles: ook de onbezonnen, overhaaste, impulsieve onderzoeker kan grootse wetenschap voortbrengen.

Voor de zwoegende postdoc die steeds naast de subsidiepotten grijpt, wiens grote droom telkens weer hoofdschuddend wordt aangehoord door beoordelingscommissies om daarna resoluut te worden afgewezen, is er het verhaal van Katalin Karikó. Zij bleef ondanks de tientallen afwijzingen steeds geloven in de belofte van het boodschapper-molecuul ‘mRNA’ om menselijke cellen genetisch aan te passen, erfelijke aandoeningen te corrigeren en te beschermen tegen infectieziekten. Haar onderzoek ontving nooit subsidie en ze moest steeds weer op zoek naar onderdak bij een lab van iemand die het nog wel een kansje wilde geven, om in de jaren daarna weer verweesd te raken wanneer haar academische gastvader naar de industrie verkaste. Het was in zo’n periode, waarin het allemaal hopeloos leek, dat ze bij het kopieerapparaat in gesprek raakte met HIV-onderzoeker Drew Weissman, ze samen één letter in de boodschap van het molecuul veranderden en een slimme manier vonden om die boodschap in het lichaam af te leveren. En ook dat veranderde de status van Karikó’s project niet en uiteindelijk vertrok ook zij teleurgesteld richting bedrijfsleven. Maar toen bijna twintig jaar na het treffen met Weissman de coronapandemie uitbrak, waren het de mRNA-moleculen van Karikó in het Pfizer-en Modernavaccin die de mensheid wisten te beschermen tegen het virus.

U denkt misschien: ik ben geen wetenschapper. Wat heb ik aan deze verhalen? En als u inderdaad denkt dat u als gewone burger zonder labjas geen wetenschappelijke grootheid kunt bereiken, dan is de geschiedenis van Antoni van Leeuwenhoek voor u bestemd, want ook hij was geen wetenschapper. Hij verkocht textiel en garnituren en werkte bij de gemeente Delft. En in zijn vrije tijd wist hij de krachtigste microscopen te vervaardigen waarmee hij bijna per ongeluk op een onbekende wereld van onzichtbaar leven stuitte.

Er is voor iedereen wel een geschiedenis die moed inspreekt

We weten dankzij Pasteur dat je geen Koch hoeft te zijn om een geweldige ontdekking te doen. Karikó’s verhaal vertelt mij dat je geen grote subsidies hoeft binnen te slepen om met je onderzoek de wereld te veranderen. En Antoni van Leeuwenhoek fluistert mij steeds weer in dat er geweldige atypische wetenschappelijke carrières en levens te leiden zijn. Dat je niet door alle hoepels hoeft te springen. Dat je niet eens de juiste diploma’s nodig hebt. Dat je, gewapend met een mengsel van pure fascinatie en ambacht, vanuit je eigen huis, alles wat jou fascineert, in eigen dialect in brieven zonder samenhang en vol luchtfietserij kunt opkrabbelen. En daarmee de wereld kunt veranderen.

Rosanne Hertzberger is microbioloog en schrijver. Ze schrijft een wekelijkse column in NRC Handelsblad en is gastonderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam.