Lees meer op immaterieelerfgoed.nl.
Angissa binden en koto maken
Sinds de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 woont er een grote gemeenschap Afro-Surinaamse vrouwen in Nederland. De koto en de angisa zijn voor veel van deze vrouwen sterk verbonden met hun identiteit. Tijdens de viering van Keti Koti gaan dan ook veel vrouwen gekleed in de koto. Tegelijkertijd is de link die gelegd wordt met de slavernij voor andere vrouwen de reden om nooit een koto te dragen. Het belangrijkste onderdeel van de koto is een lange rok. De overtollige lengte van de rok wordt in een grote plooi, de kotobere, weggewerkt. Bij feestelijke gelegenheden wordt die opgevuld met een rol die de koto wijd uit laat staan en de heupen meer accentueert. Verder bestaat de dracht uit een ruimvallend, wit katoenen hemd, de empi. Dat is vaak versierd met borduurwerk of kant en eroverheen wordt een jak gedragen, jaki. Het jaki is altijd gevoerd en aan de achterkant hangen twee witte banden die harmonicavormig gevouwen kunnen zijn. Over één schouder wordt een omslagdoek (toepoeskinpangi) gedrage, op het hoofd de angisa.