deBuren vroeg achttien jonge schrijvers uit Vlaanderen en Nederland om eeuwenoude artefacten uit de tentoonstelling 80 jaar oorlog in het Rijksmuseum een stem te geven.
Dat wij als twee stukjes been verantwoordelijk zijn voor het doodbloeden van een graaf, doet ons beiden evenveel zeer. Stukje been 1 (3 x 2 cm) is scherp en puntig, terwijl stukje been 2 (3 x 1 cm) wat meer schuurt. Wie Hendrik Casimir I het meeste leed heeft aangedaan? Dat heeft hij ons nooit kunnen navertellen. Hij was altijd al zo voorzichtig, teruggetrokken. Dat wij het al deze eeuwen zonder hem hebben moeten stellen is natuurlijk godverdomme geen pretje. We kunnen er ook weinig aan doen. Hij is al een tijd dood, terwijl wij nog altijd puntig zijn en schuren. Wie denkt er überhaupt aan ons? En aan onze afmetingen? Aan de reis die wij al honderden jaren moeten doormaken? Ja, we worden door mensjes met zijden handschoentjes opgepikt en verhuizen van het ene blik in het andere, het houdt maar niet op. Zo ontzettend lang onzichtbaar, in duisternis gehuld, nu open en bloot; dat is echt iets nieuws.
‘Stukje been 1,’ zegt stukje been 2, ‘jij pittig puntig stukje bovenaan Casimirs been, heb jij ooit de ontwapenende streling van een wijsvinger mogen voelen? Aangezien hij altijd ongehuwd is gebleven en geen kinderen had, heb ik me dit de afgelopen 378 jaren vaak afgevraagd.
Stukje been 1 zwijgt.
‘Okido, dan probeer ik het wel weer over een paar eeuwen. Wie weet of je dan eindelijk iets loslaat?
Stukje been 1 fezelt: ‘Ik zag ooit hoe andere stukjes been van een ander lichaam volledig van elkaar gescheiden raakten.’
Waarom zij wel en wij niet? Waarom moeten wij het al eeuwen met elkaar uit zien te houden? Wij zijn ook moe! Wellicht is Casimir niet eens zo slecht af zonder ons. Als hij zo oud als wij was geworden, had hij er vermoedelijk veel eerder de pest in gekregen.
De stukjes been hullen zich wederom in stilzwijgen.
Kaya Erdinç (1994) is beoefenaar van cinesthetica en filmdenker. Hij beweegt zich tussen Wenen (waar hij Kunst und Medien studeert), Maastricht en Istanbul, waar hij constant emancipatoire posities probeert uit te beitelen ten opzichte van de filmgeschiedenis. Hij schept cinema vanop het witte doek tot ver daarbuiten.