Kille autoriteit
Een waterig zonnetje zet de grijze, bemoste muren in een wat vriendelijker licht, maar doet niets af aan het feit dat de bunker ruim vijfenzeventig jaar na de bouw nog steeds een kille autoriteit uitstraalt. Deze schijnbaar onneembare vesting van zo’n 33.000 kubieke meter beton huisvest een groot deel van de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum, hoofdorganisator van de Maand van de Geschiedenis.
Conservator Hans Piena neemt ons mee door het gebouw met slechts enkele ramen, metersdikke muren, vele trappen en gangen.
Eenmaal binnen vóél je je niet alleen hermetisch afgesloten van de buitenwereld, je bent het ook: telefoons ontvangen hier geen enkel signaal. Van de vier verdiepingen ligt er één onder de grond, waar ook de staatsietrap van de Duitse officieren nog te zien is. Vanuit de lucht was de bunker tijdens de oorlog niet herkenbaar als militair grondgebied – andere, kleinere bunkers in de buurt waren vermomd als boerderijen. Op een steenworp afstand staat zelfs een als boerderij gecamoufleerde vliegtuighangar. De landingsbaan was beschilderd als een zandweggetje. Tezamen vormde dit alles ooit een van de grootste vliegvelden van Europa: Fliegerhorst Deelen.
Arnhem als zenuwcentrum
De Duitsers gaven Arnhemmers in de jaren 1941-1943 de opdracht voor de bouw van de Diogenesbunker. Ze hadden er belang bij de locatie van dit commandocentrum van de Luftwaffe geheim te houden. Arnhem was een van de drie zenuwcentra van de luchtverdediging van Noordwest-Europa, die in directe verbinding stonden met het hoofdkwartier in Berlijn. Vanuit deze bunker, voluit Groβraumgefechtsstand Diogenes 3 JD, coördineerde de Luftwaffe de afweer van geallieerde luchtbombardementen. Via radiostations werden opdrachten naar Duitse nachtjagers in de lucht verzonden.
In het hart van de bunker bevond zich vroeger een groot matglazen scherm met een deelkaart van Europa, aan beide zijden geflankeerd door hoge tribunes.
Aan de ene kant zaten de Jägerleitoffizieren die het beleid bepaalden. Aan de andere de Blitzmädel of Luftnachrichtenhelferinnen: zij schenen met kleine lampjes op de kaart om de positie van de vliegtuigen te tonen. Deze jonge vrouwen waren gehuisvest in speciale woonkazernes op het terrein ernaast, wat nu 'Buitenplaats Koningsweg' heet, en wat onder andere was voorzien van een bioscoop en een café.
Zij/Hij in het depot
Het Nederlands Openluchtmuseum heeft niet alleen maar Nederlandse objecten in de collectie uit de negentiende en twintigste eeuw – de tijdvakken die voornamelijk in het museumpark worden belicht –, vertelt Hans Piena ons. Sterker nog, in de afgelopen honderd jaar heeft het museum ontzettend veel stukken verzameld uit de eeuwen daarvóór. Rijen kasten strekken zich voor ons uit: met aardewerk, naaimachines, kerstballen, poppenhuizen, weckflessen, wc-potten, radio’s, schilderijen, kruisbeelden en duizenden andere voorwerpen die iets vertellen over het dagelijks leven uit voorbije tijden.
Als we verdieping na verdieping langs stellages, kasten en schilderijen lopen, beseffen we hoe breed het thema Zij/Hij eigenlijk is.
Er zijn objecten die betrekking hebben op het ‘vrouw-zijn’, zoals het eerste maandverband, en stukken die iets zeggen over de emancipatie van de huisvrouw, bijvoorbeeld de stofzuiger, maar ook voorwerpen die betrekking hebben op man en vrouw of het gezin: variërend van huwelijksportretten tot bolderkarren.
Bizarre collectiestukken
We lopen door de ‘werkstraat’ waar collega’s met de bril op het puntje van de neus uiterst secuur prachtige lopers met naald en draad conserveren. Lopers die niet alleen in de gang werden uitgerold, maar ook in de woonkamer, om de nóg mooiere (sier)tapijten niet te beschadigen. Midden tussen de behoudsmedewerkers is een fotostudio gerealiseerd. Hier worden alle collectiestukken (na eventuele conservering) digitaal vastgelegd, voorzien van een omschrijving en barcode en verpakt. Hans Piena vertelt ons dat het Nederlands Openluchtmuseum maar liefst 153.000 collectiestukken heeft. Met evenzoveel verhalen. Hiervan worden 10.000 stukken getoond aan jaarlijks meer dan 530.000 bezoekers in het museumpark en 30.000 stukken staan online.
Sommige objecten springen eruit, omdat ze mooi, bijzonder, bizar of onherkenbaar zijn.
Zo wijst Hans Piena op collectiestuk ‘NOM 21078-54’: “Wat denken jullie dat dit is?” Omdat we geen handschoenen aan hebben steken we ons hoofd links en rechts om het ijzeren geval heen, om daarna te reageren met een grote schouderophaal. “Dit is een gietijzeren strijkijzerverwarming”, verlost Piena ons van onze hersenkraak. “Er kunnen precies twaalf bouten op. Als je ene strijkijzer teveel was afgekoeld, werd deze omgewisseld voor de volgende hete in rij.” Ook wijst hij ons op een bakelieten stofzuiger met twintig opzetstukken. “Zo maakte je in een handomdraai van je stofzuiger een föhn.” Het meest bizarre collectiestuk dat we tegenkomen is wel de ‘irrigator’: een Franse uitvinding voor welgestelden uit de negentiende eeuw. Het is moeilijk voor te stellen dat dit bronzen ding zich vroeger in badkamers bevond als ‘vaginale douche’, een ouderwets voorbehoedsmiddel.
Historische sensatie
Tijdens Operation Market Garden ontvluchtten de Duitsers halsoverkop de omgeving. Uit voorzorg probeerden zij in september 1944 de Diogenesbunker op te blazen, zodat deze niet in geallieerde handen zou vallen. Het dak lag 'los' op de muren en kwam slechts enkele centimeters omhoog. Indrukwekkend genoeg zakte het precies weer neer op de oude plek. Na de bevrijding deed de bunker kort dienst als munitiedepot en vanaf 1952 werd het een opslag van de Rijksarchiefdienst, het Nationaal Park De Hoge Veluwe en het Nederlands Openluchtmuseum.
In 2020 verhuist de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum van de bunker naar een nieuw depot in Amersfoort Vathorst, samen met de collecties van het Rijksmuseum, Paleis Het Loo en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. In totaal komen dan zo’n 675.000 objecten samen onder één dak. De herbestemming van de Arnhemse bunker is nog onbekend. Hoewel het een unheimische plek is, zijn we er dankbaar voor dat we dit depot op de valreep mochten bezoeken. Hoe beter inspiratie op te doen voor een nieuwe Maand van de Geschiedenis dan met een eigen historische sensatie?
Stay tuned: in januari creëert het Openluchtmuseum een overzichtspagina vol bijzondere collectiestukken gerelateerd aan het thema Zij/Hij. De objecten en verhalen worden ter inspiratie op de rubriek Thema 2019: Zij/Hij gepubliceerd. Als eerste weten wanneer? Schrijf je in voor de nieuwsbrief. Heb je zelf ook bijzondere objecten te delen? Laat het ons weten via maand[@]openluchtmuseum.nl.