Artikel

Mijn oma was een irrationele vrouw

Column door Madeleijn van den Nieuwenhuizen

“Vrouwen brengen een zekere irrationaliteit met zich mee, die iemand zoals ik, die erg in zijn hoofd zit, goed doet.” Historische woorden van Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok in een interview met de Volkskrant in 2017. Historisch, omdat ze in een lange traditie staan van wat je in allerhande Nederlands zou kunnen noemen 'seksistisch geraaskal waar je billen van samenknijpen.' De typering van vrouwen als irrationeel zie je herhaaldelijk in media en reclame terugkomen. Als dom ratelend gansje, als hysterische ruziemaker, als onhandige inparkeerder niveautje kleutermotoriek. De man die zijn gehoorapparaat zachtjes uitzet om zijn nonsens kwebbelende vrouw te muten. Maar van de reclameknipoog tot de serieuze opmerking van Minister Blok, de typering staat in een traditie die niet enkel gebaseerd is op een vermeend biologisch verschil – hetgeen de wetenschap al lang ontkrachtte – maar ook een die voortkomt uit vroege politieke vraagstukken over macht, inspraak en rolverdeling.

Even een paar stappen terug. Eerder dit jaar schreef ik in VOGUE een column over mijn oma. Ik probeerde te achterhalen waarom zij gedwongen werd ontslagen de dag dat ze trouwde. Ze had een opleiding gevolgd aan Schroevers in Utrecht en ging als secretaresse in dienst bij de overheid. Ik kwam erachter, via de boeken van Els Kloek en Alies Pegtel, dat diezelfde overheid een reglement had dat huwende vrouwen 'eervol' ontsloeg. Secretaresses, ambtenaressen en leraressen werden, oneerbiedig gezegd, naar het aanrecht en de wieg gestuurd. Niets mis met huisvrouwen, wel met gedwongen carrièrebeeindiging.

Daarbovenop kwam het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalde dat vrouwen vanaf hun trouwen de juridische status 'handelingsonbekwaam' kregen. Net als kinderen en 'zwakzinnigen'. Dat betekende dat je geen hypotheek of verzekering kon afsluiten, de kinderen bij scheiding automatisch naar de man gingen, je niet zelfstandig op reis mocht en áls je geld verdiende – bijvoorbeeld bij een familiebedrijf of in een winkel – je het geld moest afstaan aan je man. Met andere woorden, de dag dat mijn opa en oma de marsepeinen huwelijkstaart aansneden, was de dag dat zij zich economisch aan hem onderwierp.

Mijn oma heeft tot haar dood elke uitgegeven stuiver van het 'huishoudgeld' moeten verantwoorden met bonnetjes.

Deze regels waren van kracht tot 1956. Politica en feminist Corry Tendeloo stak er een stokje voor. Als enig vrouwelijk (ongetrouwde) fractielid van de PvdA in de Tweede Kamer streed zij in de jaren '40 en '50 voor de rechten en positie van de vrouw. Hoewel ze door kranten en collega's regelmatig honend werd getypeerd als kille tante, te emotioneel of militante activist, wist ze met hard werk en veel gelobby het overheidsreglement af te schaffen in 1956. Kort daarna volgde de verwerping van de handelingsonbekwaamheid.

Maar hoewel ik leerde over de wetten en wie ze afschafte, bleef het me duizelen. Want hoe kan het dat de generatie van mijn oma vrolijk taart naar binnen vorkte op de bruiloft, wanneer het feestje feitelijk een economische  – en in veel opzichten ook sociale – onderwerpingsceremonie was? Tot nota bene 1984 bleef de man in het wetboek aangeduid als hoofd van het gezin en mijn oma heeft tot haar dood elke uitgegeven stuiver van het 'huishoudgeld' moeten verantwoorden met bonnetjes. Waar kwam het idee vandaan dat vrouwen handelingsonbekwaam zouden zijn?

Zolang het vrouwen hun sociaal voorgeschreven taak was te zorgen voor het huishouden in plaats van te studeren, was er geen probleem.

Voor een geschiedenisvak op de universiteit las ik onlangs het boek By Birth or Consent: Children, Law, and the Anglo-American Revolution in Authority. Daarin traceert historica Holly Brewer de veranderende juridische positie van kinderen, van de mid-zestiende eeuw tot de achttiende eeuw. Het laat zien hoe de autoriteit die kinderen werd toegedicht – het kunnen maken van beslissingen, aansprakelijkheid voor misdaad – eerst grofweg was gebaseerd op hun sociale positie (rijke pappie of van adel, meer zeggenschap en privilege) en later, met de komst van de Verlichting en de afschaffing van het feodale stelsel, meer op objectieve graadmeters als leeftijd en genoten onderwijs.

Zijdelings maar met nadruk sprak het boek over vrouwen. Over hoe politieke participatie – wie we mee laten beslissen over de inrichting van de maatschappij – langzamerhand werd opgehangen aan competentie. Een competentie die redelijkheid (rationaliteit) en geïnformeerd zijn vereiste. Zolang het vrouwen hun sociaal voorgeschreven taak was te zorgen voor het huishouden in plaats van te studeren, was er geen probleem. Dan was het logisch dat de mannen regeerden. Maar met de opkomst van het idee 'recht op onderwijs' schoven regerende mannen ongedurig op hun stoel bij het idee dat vrouwen middels onderwijs in theorie ook capabele politieke actoren zouden kunnen worden. Dat voelde niet natuurlijk en bedreigde bovendien hun machtspositie. En dus, zegt Brewer, werd de rationele capaciteit van vrouwen – ongeacht leeftijd – steeds meer vergeleken met die van een minderjarig kind. Kijk naar de literatuur, politieke geschriften en psychologische theorie van de negentiende eeuw, en je ziet vrouwen afgebeeld als natuurlijke zorgers met neigingen tot overemotionaliteit of zelfs hysterie. Het is het beeld waar mijn oma de wrange vruchten nog van plukte.

“Je hebt je stemrecht toch al, wat zeur je nou?”

Afijn. Terug naar 2019 en de seksistische residuen van onze geschiedenis. Stereotyperende grapjes of kort door de bocht omschrijvingen van vrouwen als groep zijn gemakkelijk weg te zetten onder het mom “Ajoh, neem 't met een korreltje zout”, of cruer “Je hebt je stemrecht toch al, wat zeur je nou?” Maar wanneer onze oma's nog en masse werden gezien als handelingsonbekwaam, is het niet zo gek dat we vandaag nog met enorme socio-economische verschillen zitten. Slechts 28% van de topfuncties binnen bedrijven wordt ingevuld door een vrouw, om maar iets te noemen. De enorme hoeveelheid vrouwelijke parttimers – als zodanig niets mis met part-time werken – bestaat niet in een historisch vacuüm. Taal, de manier waarop we over vrouwen praten, heeft onbewust invloed op de competentie die we ze toedichten, die we onszelf toedichten. Ga er bewust mee om. En alsjeblieft, gebruik ons niet als zogenaamd irrationele prop om je eigen effectiviteit mee op te pompen.

Ps. Omdat Corry Tendeloo's naam in geen enkel geschiedenislesboek staat, startte ik een petitie om haar een standbeeld te geven. Die kun je hier ondertekenen. Ik wil niet aandringen, maar Doe Dit Alsjeblieft. Historische zichtbaarheid doet ertoe.

Madeleijn van den Nieuwenhuizen (1991) is een Fulbright wetenschapper aan the City University of New York waar ze politiek-juridisch historisch onderzoek doet. In haar vrije tijd beheert ze het mediakritische Instagramaccount @Zeikschrift. Ze is columnist bij VOGUE.