1. Gijzelaarskamp, Sint-Michielsgestel
Als reactie op de internering van Duitse burgers in Nederlands-Indië nam de bezetter in 1940 een aantal vooraanstaande Nederlanders in gijzeling. Twee jaar later volgden nog 460 notabelen. Alle gijzelaars werden opgesloten in het kleinseminarie Beekvliet in Sint-Michielsgestel. De Duitsers dreigden hen dood te schieten na elke verzetsactie. Zeven personen kregen inderdaad de kogel. In het kamp smeedden de gijzelaars plannen voor het naoorlogse Nederland.
Te zien: deel hoofdgebouw en toren van het voormalige kleinseminarie
2. Jodenkwartier, Amsterdam
In de hoofdstad woonden vanouds veel joden, met name rond het Waterlooplein en Uilenburg (de Jodenhoek). Later vestigden veel joden zich ook in Transvaal en de Rivierenbuurt. De bezetter wees deze buurten in het voorjaar van 1942 aan als Judenviertel, waar joden uit heel Nederland moesten gaan wonen. Het was de eerste stap op weg naar deportatie en vernietiging.
Te zien: Jodenhoek met o.a. Portugese Synagoge, Boascomplex, Uilenburgersjoel, meisjesweeshuis
3. Hollandsche Schouwburg, Amsterdam
Vanaf 26 juni 1942 moesten joden in Amsterdam zich melden bij de Hollandsche Schouwburg, zogenaamd om te worden tewerkgesteld. Wie zich niet vrijwillig meldde, werd door de politie gehaald. Vanuit de schouwburg werden de joden naar het doorgangskamp Westerbork gedeporteerd. Moedige verzetsmensen wisten joodse kinderen weg te sluizen via de crèche aan de overkant en redden zo hun levens.
Te zien: herdenkingscentrum in de Hollandsche Schouwburg, Auschwitzmonument in het Wertheimpark
4. Werkkamp Twilhaar, Nijverdal
Naast de drie grote kampen Westerbork, Amersfoort en Vught richtte de bezetter tal van kleinere strafkampen in. Een ervan, Twilhaar geheten, was gevestigd op de Sallandse Heuvelrug. Het kamp was oorspronkelijk bedoeld voor werklozen die waren tewerkgesteld bij Staatsbosbeheer. In april 1942 werd hun werk overgenomen door joodse gevangenen, totdat deze op 2 oktober naar Westerbork moesten.
Te zien: reconstructie van contouren en toegangspoort, monument
5. Kamp Westerbork
De nazi’s deporteerden meer dan 107.000 Nederlandse joden via kamp Westerbork naar de vernietigingskampen in het oosten. Om de geïnterneerden rustig te houden, liet de kampleiding toe dat zij zoveel mogelijk een ‘normaal’ leven leidden. Zo mochten zij hun eigen kleding dragen, godsdienstige bijeenkomsten houden en amusementsavonden organiseren. Maar om de paar dagen vertrok een goederentrein vol mensen, om steeds leeg terug te keren.
Te zien: herinneringscentrum, commandantswoning, gereconstrueerde wachttoren en contouren
6. Kamp Vught
De SS begon in januari 1943 met het opsluiten van joden, verzetsmensen, Sinti en Roma, Jehovah’s Getuigen, zwarthandelaren en ‘asocialen’ in Konzentrationslager Herzogenbusch oftewel kamp Vught. Er heerste een keihard kampregime, dat 749 mannen, vrouwen en kinderen het leven kostte. Wie werkte voor Philips had het iets beter. De meeste joden zijn verder gedeporteerd naar vernietigingskampen.
Te zien: herinneringscentrum; fusilladeplaats; crematorium; gereconstrueerde barak
7. Kamp Amersfoort
Wie om wat voor reden ook in handen viel van de Sicherheitsdienst kon naar het Polizeiliches Durchgangslager bij Amersfoort worden gestuurd. De bewakers, onder wie Nederlandse Waffen-SS’ers, waren berucht om hun wrede optreden. De voedselvoorziening en hygiëne waren gebrekkig en de gevangenen moesten zware dwangarbeid verrichten. Vanaf 1944 werden verzetsmensen zonder proces gefusilleerd.
Te zien: bezoekerscentrum, wachttoren, gevangenis, schietbaan, appèlklok
8. Het Apeldoornse Bos, Apeldoorn
In de inrichting Het Apeldoornse Bos werden joodse psychiatrische patiënten en zwakzinnige kinderen behandeld. In de nacht van 21 tot 22 januari 1943 arriveerden eenheden van de Waffen-SS en Ordnungpolizei om de inrichting ‘leeg te halen’. Alle patiënten en personeelsleden die ze konden vinden voerden ze af in veewagons, die rechtstreeks naar Auschwitz reden.
Te zien: psychiatrisch ziekenhuis (nog in gebruik); monument
9. Oranjehotel, Scheveningen
‘Oranjehotel’ was de bijnaam voor de Scheveningse gevangenis. De Duitsers sloten personen die zij verdachten van illegale praktijken hier op, in afwachting van hun verhoor en berechting. Veel verzetsmensen kwamen terecht in de dodencel. Op de dag van hun executie werden zij door een speciaal poortje naar buiten gebracht en gefusilleerd op de naastliggende Waalsdorpervlakte.
Te zien: dodencel 601 (één keer per jaar geopend); poortje; fusilladeplaats Waalsdorpervlakte
10. Putten
Als vergelding voor een aanslag van een verzetsgroep op een militaire auto dreven Duitse soldaten op zondag 1 oktober 1944 honderden inwoners van Putten samen in de kerk en de school. De vrouwen en jonge kinderen werden ’s avonds vrijgelaten. De 660 mannen vanaf 17 jaar daarentegen werden afgevoerd naar kamp Amersfoort en vervolgens naar concentratiekamp Neuengamme. Slechts 49 van hen overleefden de oorlog.
Te zien: dorpskern met kerk; gedachteniscentrum