Een Europees erfgoedverhaal
De armoede in de Jordaan is een Europees erfgoedverhaal. Grote bevolkingsgroepen raakten vanaf begin negentiende eeuw op drift. Denk aan Ierland waar het inwonersaantal in korte tijd halveerde van 8 naar 4 miljoen. Na het napoleontische tijdperk was ook het eens zo welvarende Nederland zwaar gehavend. In vergelijking met veel Europese landen was Nederland rijk, maar het kapitaal was hier "lui". Het opgebouwde vermogen werd pas productief aangewend toen het de opkomende industrie elders te duchten had. Velen ontvluchtten de stad Amsterdam en gingen zwerven. ‘Landlopers’ werden opgepakt en ‘opgezonden’ naar De Koloniën van Weldadigheid, ook wezen en te vondeling gelegde kinderen.
Het verval in de Jordaan
Het onderwerp van de lezingen is de "thuissituatie" van hen die vanuit de Jordaan werden "opgezonden" naar Veenhuizen. Aan gangen woonden in de negentiende eeuw de sociaal meest kwetsbaren: alleenstaande ouderen, werklozen, gehandicapten en invaliden. Inzicht in de woonomstandigheden van destijds geeft Het GangenProject-Willemsstraat 22-110. Dit project is vrij toegankelijk en tegenover Willemsstraat 33 waar de bijeenkomst plaats vindt. Het is een pand van Tot Heil des Volks, een organisatie die evenals de Koloniën van Weldadigheid tot stand kwam onder invloed van het Nederlandse Reveil.
Het GangenProject omvat 6 van de 57 gangen die er ooit in de Willemsstraat waren. Een van die zes gangen is de Wijde Gang. Daar woonden velen wier leven werd getekend door een verblijf in Veenhuizen, waaronder Gerardina Troost.
Opgezonden naar Veenhuizen
Over de lotgevallen van Gerardina Troost schreef haar achterkleinzoon Henny Troost (1942-2019) een boek en schonk dat aan familieleden en aan het Jordaan Museum.
Gerardina Troost was te vondeling gelegd in de Jordaan en door de Inrichting voor Stads Bestedelingen (tot 1829 het Aalmoezeniersweeshuis), ondergebracht in pleeggezinnen. Als zesjarige werd zij per boot naar een kindergesticht in Veenhuizen gestuurd. Terug in Amsterdam had zij tal van dienstbetrekkingen waar ‘zij zich goed gedragen’ heeft, tot zij ‘door een student is verleid’.
De gedichten van Coby riepen bij Henny Troost gevoelens op die hij ook kreeg toen hij het levensverhaal van zijn overgrootmoeder reconstrueerde. Voor hem waren de gedichten - doordrenkt met een gevoel van berusting en melancholie - een klaagzang op het verdrietige lot van zijn overgrootmoeder.
Medewerkers van het Jordaan Museum hebben het levensverhaal van Gerardina Troost aangevuld met nieuw onderzoek.
Terug uit Veenhuizen
Ruud Siekerman is een nakomeling van de familie Siekerman die in de negentiende eeuw in de Laurierstraat woonde. Van vier zusjes van die familie onderzocht hij de levensverhalen. Alle vier waren als zesjarige wezen rond 1825/30 vanuit het Aalmoezeniersweeshuis naar Veenhuizen 'opgezonden' - niet samen op hetzelfde moment! Toen elk van hen de leeftijd van 19/20 jaar had bereikt, werden zij uit Veenhuizen 'ontslagen'. Terugkeren naar Amsterdam mochten zij echter pas als hen daar een baan was toegezegd. Opmerkelijk is dat alle vier een betrekking vonden. Vervolgens trouwden zij en kregen kinderen. Slechts één van hen was korte tijd afhankelijk van de bedeling van de Lutherse kerk.
Twee van de vier zussen (Heintje en Maria) woonden in latere jaren met hun kinderen, kleinkinderen en een neef in de Palmstraat en overleden daar. De drie kinderen van Heintje - Line, Marie en Gerrit - verhuisden naar Lindengracht 27. Line en Marie trouwden en kregen kinderen. De een werd weduwe, de ander scheidde. Met hun ongetrouwde broer Gerrit bleven zij aan de Lindengracht wonen en startten daar een bedrijf als linnen- en kostuumnaaisters.
Tot slot
Het Jordaan Museum benadrukt dat een slop met krotwoningen in situ toegankelijk gemaakt moet worden voor bezoekers zodat het verhaal van de volkshuisvesting goed verteld kan worden. Een openstelling versterkt bovendien het onderliggende verhaal van UNESCO-status, toegekend aan De Koloniën van Weldadigheid. Door de thuissituatie van de "kolonisten" zichtbaar te maken krijgt het verhaal van armoede en verpaupering 'een genuanceerder karakter - met meerdere lagen' (advies van de Raad van Cultuur aan de minister).
Inleiding: Ruud Siekerman & Mieke Krijger.
Ruud P. Siekerman publiceerde ‘De Palmstraat in de twee helft van de negentiende eeuw, over werksters en winkeliersters, pesanders en politieagenten’. Jaarboek Amstelodamum, 1994, pg. 141-180; De erfenis van Bouten en het Spinozalyceum, Amsterdam, 2004, 280 pgs. en Joodse inwoners van Ouder-Amstel 1900-1950. Ouderkerk aan de Amstel, 2019, 356 pgs. Sinds 2002 schrijft hij artikelen over de geschiedenis van Ouderkerk, Duivendrecht en Waver en is hij eindredacteur van Speuren en Ontdekken, Historisch Nieuwsblad van Ouder-Amstel.
Mieke Krijger & Vib van Dalen
Mieke Krijger publiceerde over uiteenlopende onderwerpen. Van Woest bier drinken in een mors huis. De literaire salon van Juffrouw Frielink (1999) tot en met Van Klooster tot Herberg. Zij bedacht en realiseerde diverse projecten, onder meer in de Jordaan. Het Gangenproject-Willemsstraat 22 -110 is vanaf de oplevering in 2015 één van de highlights van de wijk. Momenteel doet zij onderzoek, i.s.m. Vib van Dalen, voor de reconstructie van Biografieën van gangen en hun bewoners.
Henny Troost: heeft mede namens familie op 26 april 2016 zijn biografie van de vondeling Gerardina Troost aangeboden aan het Jordaan Museum 'ter nagedachtenis aan de Honderdste sterfdag van onze stammoeder'.
Wisse Beets maakte de radiodocumentaire Songs myself Memory over zijn zoektocht naar de identiteit van dichteres Coby. Dit verslag kreeg als één van de allermooiste radioverhalen een eervolle plek op de podcast ParelRadio. Ook in De Volkskrant werd het programma aanbevolen.