Artikel

Dwars door Kampen, van oost naar west

Kampen, zondag 18 oktober 2020

Bij het thema Oost/West denk je waarschijnlijk al snel aan verre oorden, maar je kunt het ook veel dichterbij zoeken. In je eigen stad bijvoorbeeld. Carin Koopman van CultuurZIEN neemt ons mee op een wandeling door Kampen. Wat kom je tegen van de geschiedenis van de stad als je van oost naar west loopt?

Tekst: Femke Knoop
Beeld: Rachelle Stoffels

Wanneer ik als kind op weg naar vakantie vanuit Friesland naar het zuiden reis, kom ik vaak langs Kampen. Ik druk mijn neus tegen het autoraampje en zie de brug over de IJssel met daarachter fraaie oude torens en gebouwen, maar tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat dat alles is wat ik tot nu toe van Kampen heb gezien. Ik weet weinig van de stad, behalve dat Kampen een Hanzestad was en dat de theologische universiteit er (nog altijd) is gevestigd. Hoog tijd dus om een kijkje te nemen in deze voor mij onbekende stad.

De wandeling begint op het Stationsplein aan de Oostkant van de IJssel. Normaliter komen stadswandelingen niet aan deze kant van de rivier, vertelt onze gids Carin Koopman. De wandelingen lopen van noord naar zuid, door het centrum van de stad, maar speciaal voor de Maand van de Geschiedenis loopt deze wandeling van oost naar west. Zo laat de route een dwarsdoorsnede van de geschiedenis van Kampen zien.

Carin is van origine beeldhouwer, maar de liefde voor geschiedenis is haar met de paplepel ingegoten. Haar vader is lang secretaris van de voorloper van de historische vereniging in Kampen geweest en hij neemt Carin mee naar lezingen van de vereniging. Zij herinnert zich bijvoorbeeld een lezing van Eelco Elzenga, oud hoofd-conservator van Paleis het Loo, in de schepenzaal in het Kamper raadhuis. Na jarenlang rondleidingen te hebben gegeven in het oude raadhuis begint Carin voor zichzelf. ‘Dan is de geschiedenis van één gebouw niet meer voldoende, maar moet je de geschiedenis van de hele stad kennen.’

Carin houdt ervan om verhalen te vertellen. Dat doet ze dan ook met verve – over de Kamper steuren (de bijnaam van de Kampenaren) en de Kamper uien (verhalen waarin de Kampenaren belachelijk worden gemaakt), over hoe de aanleg van de brug over de IJssel in 1448 ruzie met andere steden langs de rivier veroorzaakt of over de stadsooievaars, die waarschijnlijk net als in Amsterdam in de zeventiende eeuw de vismarkt schoonhouden.

Vanaf de Broederbrug hebben we zicht op de voormalige woning van politicus Henri Wttewaall van Stoetwegen, die onder andere burgemeester van Kampen en Tweede Kamerlid is geweest. In die laatste functie windt hij zich dusdanig op over een motie die de benoeming van minister Mijer tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië afkeurt, dat het zijn dood wordt. De kleindochter van Wttewaall van Stoetwegen treedt in de voetsporen van haar grootvader en is van 1945 tot 1971 Tweede Kamerlid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog helpt zij bovendien de Curaçaose verzetsstrijder George Maduro, naar wie later Madurodam is vernoemd.

Eén van de meest verrassende panden op de route vindt Carin een gebouw aan de Broederweg, met een sierlijke trapgevel. Een paar jaar geleden komt zij dit pand tegen tijdens een onderzoek en verdiept voor deze stadswandeling verder in de geschiedenis van het gebouw. Zij ontdekt dat ene Jacob de Meyne vanaf 1608 het recht heeft om een bank te houden tegenover het Sint Annaklooster en zij vermoedt dat het om dit pand gaat. Helemaal zeker weet zij het niet, omdat de naastgelegen panden van dezelfde eigenaar waren. Een bijzonder pand is het in ieder geval wel, mede dankzij de gevelbeelden die door Gerrit Lambertsen van Cuilenborch, een leerling van Hendrik de Keyser, zijn gemaakt.

Iets verderop in de straat zien we de Theologische Universiteit. Dit erf kent een lange geschiedenis, die nauw verwant is met het thema Oost/West. Zo zijn veel studenten van de universiteit afkomstig uit Oost-Europa en is dit erf in de zestiende eeuw in handen van de familie Hudde, een belangrijke reders- en koopmansfamilie die handel drijft op de Oostzee. Leden van de familie vertrekken naar Amsterdam en zijn daar betrokken bij de oprichting van de VOC. In 1827 wordt het erf gekocht door Mr. Jacobus Johannes Christoffel de la Sablonière (1761-1835), wiens vader van 1768-1773 gouverneur van de kolonie Berbice in Nederlands-Guyana is.

We lopen onder de Broederpoort door en komen terecht in het in 1830 aangelegde stadspark, dat het eindpunt vormt van de wandeling. In minder dan twee uur tijd zijn we met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van Kampen heen gebanjerd. Ik ben een stuk wijzer geworden over de stad. Dat is hier nooit eerder ben geweest kan ik nog steeds niet geloven, want (de geschiedenis van) Kampen verdient meer aandacht dan een autoritje langs de IJssel.