De mannen en vrouwen die in de Amsterdamse diamantindustrie werken – op dat moment de op twee na grootste werkgever in de stad – eten vaak noodgedwongen hun brood op achter de slijpschijf. Dat is gevaarlijk, want zo krijg je lood naar binnen. Ze maken niet alleen lange, ongezonde dagen, ze krijgen er ook nog eens slecht voor betaald, zeker als je in ogenschouw neemt hoe groot de winsten in deze luxe industrie kunnen zijn. Op de wereldmarkt is de vraag naar geslepen diamanten groot op dat moment en het werk van de Amsterdamse diamantbewerkers vermaard.
Op 9 november 1894 leggen ze massaal het werk neer en duizenden stakende diamantbewerkers, mannen en vrouwen, hoog- en laagopgeleid, Joods en niet-Joods komen bijeen op het Museumplein in Amsterdam. Elders in de stad is een stakingscomité druk aan het onderhandelen met werkgevers. Terwijl de stakers in een lange stoet door de stad trekken, krijgen ze te horen dat een groot deel van de werkgevers hun looneisen inwilligt. Hun gejuich stijgt op en maakt indruk op de schrijvende pers. Uit het stakingscomité komt de eerste, moderne vakbond van Nederland voort: de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB). En na deze eerste overwinning volgen er meer.
Ongekende verworvenheden: bondsleden kunnen zich verzekeren voor een pensioen
In de jaren die volgen behaalt de ANDB ongekende successen: hogere loontarieven die gelijk zijn voor mannen en vrouwen, een week vakantie en in 1911 – als eerste in Europa – de achturige werkdag. De bond wordt met strakke hand geleid door Henri Polak en Jan van Zutphen. Wie lid is van de bond betaalt een hoge contributie en kan in ruil daarvoor een beroep doen op een uitkering bij staking, werkloosheid, ziekte, zwangerschap en invaliditeit. Bondsleden kunnen zich zelfs verzekeren voor een pensioen. Dat zijn ongekende verworvenheden: de Nederlandse verzorgingsstaat is nog ver weg en van overheidsuitkeringen en pensioenen is geen sprake.
Uit de ANDB-lidmaatschapskaarten die bewaard zijn gebleven kun je de ups en downs in het bestaan van de diamantbewerkers aflezen. Uit de brieven die ze aan het bondsbestuur schrijven, blijkt hoe veel de bond voor zijn leden betekent: er blijkt beroepstrots uit en het besef dat dankzij de bond, met zijn cursussen en gratis bibliotheek, een stap voorwaarts is gezet. Wie nu door het prachtige bondsgebouw aan de Henri Polaklaan loopt en de geschiedenis van de bond en zijn leden tot zich door laat dringen, kan niet anders dan diep onder de indruk zijn van wat er is bereikt. Dat de meesten van ons nu een achturige werkdag hebben en doorbetaald krijgen bij ziekte en zwangerschap danken ze aan het werk dat hier is begonnen.
En tegelijkertijd groeit er twijfel: al die muurschilderingen die de gewonnen strijd verbeelden, waar verwijzen die naar? Wie nu tot de zogenaamde flexibele schil van de arbeidsmarkt behoort, heeft geen vast inkomen, geen recht op uitkering bij ziekte, doorgaans geen doorbetaalde vakantiedagen en al helemaal geen recht op pensioen. De ongelijkheid tussen verschillende groepen werkenden neemt toe en de mogelijkheden om een stap vooruit te zetten neemt voor velen af.
Laat de tastbare geschiedenis van de ANDB en zijn leden ons inspireren: aan het werk!