Op punt van verliezen
De Tachtigjarige Oorlog is altijd het epos geweest over oorlog op land, maar ook over de oorlog op zee vallen spannende verhalen te vertellen. Toen Maarten Tromp eind 1637 tot admiraal werd benoemd, stond de Nederlandse vloot op het punt de strijd te verliezen.
Tijdens de plechtigheid rond Tromps benoeming tot admiraal in 1637 viel het mensen op dat het feestvarken er bedrukt uitzag. Het vaderland stond er op zee dan ook beroerd voor. Spanje rukte op in de noordelijke wateren. Vissers- en koopvaardijschepen leden onder piraten. In Den Haag riep men dat het land vanaf de zeekant werd belegerd.
Het monsterschip
Maar twee jaar later zou Tromp de Spaanse opmars een definitief halt toeroepen door de Armada vernietigend te verslaan. Hoe was dat mogelijk? Een vloot bestond uit meer dan alleen hout en canvas; het was ook een organisatie op zich. Onvermoeibaar zocht Tromp naar manieren om de zeemacht sterker te maken. En die kracht was niet alleen afhankelijk van het aantal schepen. Toen hij dan uiteindelijk de strijd aanbond met de Spaanse overmacht, wist Tromp zijn vloot te formeren tot één groot ‘monsterschip’. Met opmerkelijke details over het rauwe leven op zee, vertelt Luc Panhuysen op meeslepende wijze het nieuwe verhaal van de historische zeeslag bij Duins.
Over Luc Panhuysen
Luc Panhuysen (1962) studeerde geschiedenis. Hij was onder andere werkzaam als journalist bij Het Parool en De Groene Amsterdammer. Eerder publiceerde hij minibiografieën over Jean-Jacques Rousseau en Lord Byron, en het werk 'De Ware Vrijheid', over de gebroeders De Wit. Zijn boek 'Rampjaar 1672' is uitgegroeid tot een moderne klassieker.