De angst slaat de Noord-Hollanders om het hart als midden in de nacht de noodklokken klinken. De dijk is bezweken onder het geweld van de Zuiderzee. Het water stroomt in razend tempo de dorpen in en zet een gebied van meer dan 14.000 hectare onder water. Van Edam tot Oostzaan vluchten bewoners massaal naar zolders en andere hoger gelegen plekken. Man en macht worden ingezet om vee en huisraad in veiligheid te brengen. Na een tweede storm op 17 en 18 februari stijgt het water echter nog hoger dan daarvoor en blijken zelfs de zolders niet meer veilig. Duizenden mensen zijn gedwongen te vluchten voor het grillige water. Waarheen en wanneer zij weer terug kunnen komen, is voor velen onzeker.
Van de zolder in de schuit
“Maar o wee! Wat bittre smart,
We hooren in den nacht alarm geblazen,
De klokken luiden, angst keert in ’t hart.
De kistdam heeft ’t reeds begeven,
Het water stroomt er onder uit.
Een korte wijle, wêer moeten we vluchten,
Van ’t zonderraam nu in de schuit.
’t Water steeg hooger dan te voren
Drong door tot midden in de stad.
Gewerkt werd weer met reuzenkrachten”
Zo omschrijft een bewoner van Purmerend de tweede dijkdoorbraak, in een ingezonden brief in de Schoutemakers Purmerender Courant. Tijdens de tweede storm worden duizenden bewoners alsnog gedwongen om hun zolders te verlaten en elders een veilig onderkomen te zoeken. Waar koeien eerst in kerken waren ondergebracht, worden zij nu in sloepen naar hoger gelegen plekken zoals de Tolhuistuin boven het IJ gebracht.
In dit artikel van Oneindig Noord-Holland lees je alles over de Watersnoodramp van 1916.
Beeldcredit: Vluchtelingen uit Oostzaan bij de Zuidervaldeursluis, tijdens de watersnood, 1916. Collectie Provinciale Atlas Noord-Holland, Noord-Hollands Archief.