‘Afstammelingen van eilandbewoners zijn we.’ Deze zin lezend in een brief van haar tante Tonia aan haar moeder Anny vraagt de auteur zich af of hierin de sleutel schuilt voor het moeilijke karakter van de laatstgenoemde. Na vijf jaar speuren in archieven naar haar Flakkeese verwanten volgens de vrouwelijke afstammingslijn, komt zij tot een mogelijk antwoord.
Achthuizen
Hoofdpersonen in dit boek zijn haar overgrootmoeder Teuntje en grootmoeder Toos. Het verhaal begint met Teuntjes geboorte in 1851 en eindigt in 1959 als Toos overlijdt. Teuntje en haar familie – arme landarbeiders – wonen in Achthuizen, het enige geheel katholieke dorp op het protestantse Goeree-Overflakkee. Eenmaal getrouwd met de boerenknecht Karel trekt ze met hem zoekend naar werk van de ene naar de andere boer. Tot hij in 1894 in Achthuizen aan de slag kan, waar nu naast de kerk een nonnenschool voor hun kinderen staat.
Rotterdam
In 1903 verschuift het toneel naar Rotterdam, waar Teuntje en Karel zoals tienduizenden anderen van de Zuid-Hollandse eilanden op een beter bestaan hopen. Vijf van hun kinderen gaan mee, maar de oudste – Geert – blijft achter. In de verzuilde havenstad vinden ze een katholieke bubbel, die nog meer dan voorheen hun leven bepaalt.
Karel boert goed in zijn waterstokerij, met dochter Toos in de winkel. En ook de andere kinderen doen het niet slecht. Maar in 1927 slaat het noodlot toe bij Toos en haar strenggelovige man Pieter. Wat hun gehele gezin, maar vooral dochter Anny dupeert...
Margot Heijnsbroek deed onderzoeks- en beleidswerk op het gebied van emancipatie, onderwijs en arbeidsmarkt. Eerder publiceerde ze Reisdoel Palestina bij de Papieren Tijger.
Deze presentatie wordt gegeven i.s.m. Historisch Genootschap Roterodamum
Goed om te weten
- Deze presentatie is gratis bij te wonen.
- De presentatie wordt gehouden in het Theater van Boekhandel Donner.