Artikel

Zo drinken we vier eeuwen

Esmé van den Boom

Achttien jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten zich inspireren door 17e eeuwse artefacten uit het Rijksmuseum vanuit één kernvraag: wat zie je als je met oog voor Eureka-momenten naar deze objecten kijkt? In een gedicht geeft Esmé van den Boom het woord aan een roemer uit de vroege 17e eeuw, een wijnglas met het opschrift Sic Soleo Amicos, toegeschreven aan Maria Tesselschade Roemers Visscher. ‘Rukwind door de blaaspijp van de tijd’

Toegeschreven aan Maria Tesselschade Roemers Visscher, Roemer met het opschrift: Sic Soleo Amicos, ca. 1625 - ca. 1650 Rijksmuseum, Amsterdam, BK-NM-10754-50 Legaat van de heer A.J. Enschedé, Haarlem

 

            Rukwind door de grachten

Kroop een kruisspin weg in een kraag van kant
Tesselscha zingt en zie: de lichtste vibratie
kuste roemer wakker, kwetsbaar kleinood tegen tijd bestand
In de sponningen van de Geldersekade trillen hoge ramen van het gouden graan

            Rukwind door de blaaspijp van de tijd

In deze welvaart heeft men leuzen, schrijft men brieven
‘A demain les affaires’ (en in november pas verkiezingen)
Er brak een glas, er kwam een nieuw
er brak een glas, er kwam een nieuw
een glas breekt, de wijn komt in een nieuw glas
Ik sta ernaast in de kast en begrijp: het opschrift blijft gelijk
De spelletjes veranderd maar het doel ervan hetzelfde
een tijdelijk vergeten van de schaamte

            Rukwind langs je browsergeschiedenis

’t Saligh Roemers huis: ‘an elegant boutique hotel
poets, artists and thinkers have been gathering in
this historical building for centuries’ (ze verzwijgen
de seksfeesten, de toeristen, de drugs – cultureel
kapitaal is het aanleggen van een collectie)
Ik maak deel uit van een collectie, ik snak
naar de dessertwijn, maar nee,
niet in mijn kelk

            Rukwind van de blaasbalg

Entrée nouveau rijkeredevoerderskamers
‘zo ga ik met mijn vrienden om’
zo lust ik er nog wel eentje
met welke teug de wijsheid in de man
(of zal ik zeggen de consultant, de lobbyist wellicht?)
Een kruisspin in je hals, een luis in de pels

            Rukwind waait een briefwisseling de straat op

De handen die mij graveerden, Roemersdochter, Alkmaarsche Sibylle:
ideaalbeeld, alleskunner, tot voorbeeld verklaarde Tesselscha, waar blijft je
zachte zedenles voor zij die zich misdroegen?
Je stem bevindt zich niet in de vitrine
Het is al laat, de kurk gaat uit de fles
wie met zijn vette hand mijn voet pakt
prikke zich aan de braamstekels

 

Esmé van den Boom (1993) schrijft gedichten, proza, toneel en liedjes. Ze was Huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen, finalist van Write Now!, stond op podia als Noorderzon, Read My World, Dichters in de Prinsentuin en de Frankfurter Buchmesse en ontving het Hendrik de Vriesstipendium voor haar bundel Eigen kamers, over de toekomstdromen en -angsten van Groningse vrouwen. Haar werk draait altijd om fascinatie en ontdekking, een onderzoek naar het vertrouwde.

Artefact: Collectie Rijksmuseum, Amsterdam 

Portret auteur © Marianne Hommersom