Artikel

Sexy

Van kullezak tot fitness

Hoge hakken, kant en lang haar. Sexy toch? Je zou denken dat dit over een hedendaagse lingeriereclame gaat. Maar aan het einde van de zeventiende eeuw waren het juist mannen die hiermee pronkten. En dat lange haar was lang niet altijd van henzelf maar een pruik. Echt nep, dus.

Historisch koketteren
Mensen hebben door de eeuwen heen duizend-en-een trucjes gehad om aantrekkelijker te lijken. In de vijftiende en zestiende eeuw was er voor mannen de kullezak: een nepbult voor in de broek, zeg maar. Vrouwen hebben door de eeuwen heen een weelderig kapsel willen hebben. En als je rijk was, dan kocht je dat gewoon: een pruik. Een bevallig achterwerk creëerden ze met een queue. Heren zorgden met korsetten voor een slanke taille en atletische borstkas. Kroonprins Willem II bijvoorbeeld toont zo’n postuur op een heroïsch ruiterportret (1846) door Nicaise de Keyser. Kleermaker Roy Verschuren schrijft op het blog Modemuze regelmatig over het fenomeen ‘pomp’: de vele trucjes waarmee kleermakers een mooier figuur creëerden. Zo voegden ze aan de binnenzijde van mannenkleding van schouder naar borst lagen stof toe om de borstkas een beetje “op te pompen”. Zeeuwse boeren sliepen rond 1900 met natte haren en een lintje om hun hoofd, zodat ze volgende dag mooie omhoogstaande krullen hadden. Met poeder gaf je je haar en gezicht de gewenste tint. Je zware lichaamsgeur maskeerde je met een pomander: een bol met geurstof die als juweel werd gedragen. Voor een jeugdige huid werd er druk geschoren en geëpileerd.

De pruikemaaker uit de serie Het Menselyk Bedryf door Jan Luyken (1694). Collectie Nederlands Openluchtmuseum

En er was altijd al onderlinge competitie en afgunst. Zonder binnen de peer group uit de toon te vallen, probeerden mensen begeerde kenmerken te versterken of te accentueren.

Hoe is dat nu?
Veel van deze historische schoonheidsidealen zie je vandaag de dag nog steeds. Voor een weelderige haardos kopen we tegenwoordig extensions en kaalheid bestrijden we met een haarimplantaat. Een bevallig achterwerk bereik je met fitness, corrigerend ondergoed, vetinjecties of implantaten. Voor een bredere borstkas zitten zo’n honderdduizend Nederlandse mannen wekelijks in de sportschool, geholpen door spierversterkende middeltjes. Grijs haar hoeft al lang niet meer en op elke hoek van de straat koop je AXE om beter of duidelijker te ruiken dan je ruikt. En het areaal aan jeugdige, want geschoren, huid wordt ook onder mannen steeds groter.

Hubrecht Smits in katholieke Zuid-Bevelandse dracht en kunstmatig omhoog gekruld haar, 1890–1896. Collectie Nederlands Openluchtmuseum

Erger dan ooit?
Tegenwoordig drukt het schoonheidsideaal als een zware last op onze schouders. Het is nog nooit zo erg geweest als nu – althans, dat is het idee. En als schuldige wijzen we de sociale media aan.

Maar dwang om er goed uit te zien is niets nieuws. Het Louvre heeft een kleitablet met spijkerschrift van bijna vierduizend jaar oud waarop een zoon zich beklaagt dat hij op school te povertjes afsteekt. Vervolgens manipuleert hij zijn moeder om hem nieuwe kleren te sturen. Terugkijkend zie je dat schoonheidsidealen altijd strikt waren. Je beroep, de plaats waar je woonde, je geloof en je stand: alles bepaalde wat je aankon, of hoe je haar moest zitten.

Valse damespony van echt haar, onderdeel van Marker streekdracht. Collectie Nederlands Openluchtmuseum

Dat dat voor mannen net zo dwingend was, wordt duidelijk als je naar portretten van zeventiende-eeuwse regenten kijkt. Ze dragen allemaal precies hetzelfde. Dit gold evenzeer voor landarbeiders aan het einde van de negentiende eeuw, leden van de boerenbond, Urker vissers, fabrieksarbeiders in een staalfabriek, bootwerkers in de Rotterdamse haven, hippies op de Dam in 1970, krakers in actie of een jaarvergadering van aandeelhouders bij De Nederlandsche Bank. Overal zie je mannen die zich akelig nauwkeurig conformeren.

Kritiek
Er is altijd kritiek geweest op koketteren. Al in 1351 schreef de Brabantse klerk Jan van Boendale: ‘De mannen dragen bovendien korte kleren, tot aan hun middel. Vrouwen dragen lange kleren, die zo strak zitten dat men er zonder moeite de vorm van hun lichaam doorheen ziet, waarmee ze de mannen wellustig maken. Ze tonen zonder enige terughoudendheid hun hals en wensen daarin behagen te scheppen. Vroeger waren de vrouwen gewoon zich zorgvuldig te bedekken.

Franse spotprent Encore un degré de perfection. Uit de serie Modes de 1830. Collectie Nederlands Openluchtmuseum

Ook anno 2024 is er kritiek op jongens die met fitness en middeltjes een torso kweken. Maar men doet al die moeite niet voor niets. Je weet snel genoeg wat in de smaak valt bij je oogappel. Als die op een bierbuik zou vallen, waren de fitnessclubs een stuk leger. De behoefte om je te conformeren en net ietsje mooier te zijn, ook al moet het met nep, is menselijk en onsterfelijk.

Hans Piena (conservator Werken), Jacco Hooikammer (conservator Nederlandse streekdracht) en Rosalie Sloof (conservator Modekleding) zijn verbonden aan het Nederlands Openluchtmuseum. Mylou van Dijk is student Cultureel Erfgoed aan de Reinwardt Academie en Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.