Artikel

Nep of echt: hoe prothesen steeds beter worden

Door: NPO Kennis

Het maken van prothesen is in de afgelopen jaren steeds geavanceerder geworden. Dankzij het gebruik van nieuwe materialen en de nieuwste kennis uit de geneeskunde en robotica is nep soms nauwelijks meer van echt te onderscheiden. Tot grote vreugde van de patiënten.

Een technicus werkt aan een kunstmatig been in het Queen Mary’s Ziekenhuis in 1941.

Het maken van prothesen is al eeuwenoud. Met hout en metaal probeerden mensen verminkte lichaamsdelen te repareren of te vervangen. Maar daar kleefden ook nadelen aan. Want met een houten been kon je je misschien wel weer enigszins voortbewegen, maar echt flexibel of aangenaam was het niet.  

Grote doorbraken op medisch gebied brachten hier verandering in. Deze veranderingen ontstonden vaak door oorlogen. Bijvoorbeeld tijdens de Amerikaanse burgeroorlog in de negentiende eeuw en de Eerste Wereldoorlog in de twintigste eeuw. De Amerikaanse beeldhouwster Anna Coleman Ladd maakt na de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld maskers die de verminkingen van de soldaten moeten verhullen. 

Ladd werkt aan een masker met een soldaat in haar atelier.

Ook bij de huidige oorlog in Oekraïne, waar naar schatting 30.000 Oekraïners een amputatie moeten ondergaan, worden moderne middelen ingezet. Oorlogsslachtoffers krijgen een nieuw been aangemeten met behulp van nieuwe technologie waardoor zij binnen vier maanden uit de rolstoel weer op de been zijn. Dat gebeurt met behulp van een scanner, een 3D-printer en een algoritme. De berekening die het algoritme maakt, levert vervolgens een koker op die perfect om de stomp past.  

Specialisten zijn in staat bijzonder realistische prothesen te maken voor ontbrekende oren, neuzen of ogen. Allemaal ontwikkelingen die de kwaliteit van leven van patiënten sterk kunnen verbeteren.

Meer weten over de ontwikkeling van protheses? Lees hier het hele artikel van NPO Kennis.