Artikel

Greet Hofmans en het Hof

Door: Andere Tijden

Als op 18 februari 1947 prinses Marijke (later Christina genoemd) wordt geboren blijkt dat de ogen van de kleine prinses slecht zijn, het linkeroog is blind, het rechteroog functioneert beperkt. Zowel Juliana als Bernhard maken zich ernstige zorgen over de oogafwijking van hun jongste dochter.

Juliana voelt zich schuldig, omdat ze ondanks waarschuwingen van haar moeder Wilhelmina onvoorzichtig is geweest. Als voorzitster van het Rode Kruis bezoekt ze 10 augustus 1946, hoogzwanger, in huize “Rhienderstein” in Eerbeek een groep repatrianten uit Nederlands-Indië. Een nogal risicovolle onderneming, want iedereen weet dat de kans op besmetting met rodehond groot is. Een ziekte die een blijvende negatieve invloed kan hebben op de gezondheid van het nog ongeboren kind. De waarschuwing van Wilhelmina blijkt niet onterecht te zijn geweest. De vooruitzichten zijn hopeloos. De doktoren waarschuwen dat Marijke mogelijk blind wordt. 

Als artsen met de mededeling komen dat ze niets meer kunnen doen gaat Bernhard op zoek naar andere hulp. Al rondvragend krijgt hij via vrienden te horen dat ene mevrouw Hofmans opzienbarende genezingen op haar naam heeft staan. Zijn vriend, graaf van Rechteren van Limpurg, die zelf voor adviezen bij Greet Hofmans te rade gaat, vertelt hem louter positieve verhalen. Bernhard vraagt generaal Henri Koot, oud-kommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten, eens te gaan praten met Hofmans. 

Na Koot’s aanbeveling stelt Bernhard Juliana voor - wat later het paard van Troje blijkt - Greet Hofmans te consulteren. Juliana aarzelt en stuurt één van haar getrouwen, de kinderjuffrouw van de prinsessen, mevrouw Rita Pennink-Nitschmann er op af. De gezante ontmoet Hofmans in hotel-restaurant Bloemink te Apeldoorn. Het klikt meteen. Rita concludeert dat Greet, Juliana en zijzelf eenzelfde manier van denken hebben en vraagt Greet direct mee naar Paleis Soestdijk te gaan. Hofmans wordt aan het Hof genodigd om haar gaven in te zetten ter genezing van de ogen van de prinses. 16 november 1948 bezoekt ze voor het eerst Juliana en Bernhard. Tegen de journalist Alden Hatch zegt hij in 1961 over deze ontmoeting: “When she saw the child, she said that God told her the eyes would improve. In fact she said that the other eye would come back to life. .....Well, I said, let’s try and she moved into the house with us all for a little number of months”. Juliana en Bernhard hopen en geloven. 

Lees het artikel en bekijk de uitzending op de website van Andere Tijden.