Zeg ‘Cleopatra’ en we zien Elizabeth Taylor voor ons als de Egyptische koningin in de Hollywoodfilm uit 1963. Cleopatra is met overweldigende decors en duizenden figuranten een spectaculair voorbeeld van Hollywood-extravagantie. Die wilde vooral imponeren, historische accuratesse was van ondergeschikt belang. Kijk naar Cleopatra in de film. Tegenover haar buitensporig weelderige jurken en overdadig luxueuze sieraden steekt de historische Cleopatra nogal bescheiden af.
Dat wil wat zeggen, want de historische Cleopatra was niet bepaald zuinigjes gekleed. Haar rijk versierde kleding, een mengeling van Egyptische en Helleense invloeden, en talrijke sieraden bevestigden haar goddelijke status en macht. Maar ze was niet zo exorbitant uitgedost als Taylors Cleopatra. Haar jurken met diepe decolletés hebben niets te maken met Cleopatra’s Egypte, maar alles met commerciële overwegingen. Daar kun je zuur over doen, maar Hollywoodfilms zijn commerciële producten.
Historische nauwkeurigheid is daaraan ondergeschikt. Maar het luistert nauw, want al te opzichtige anachronismen slingeren de kijker een film uit. Dat weten ook kledingontwerpers. In een in de Middeleeuwen spelende film zullen we geen personages in spijkerbroek tegenkomen. Dat spreekt uiteraard voor zich, maar omdat weinig mensen gedetailleerde kennis hebben van historische kleding kunnen ontwerpers zich veel veroorloven. Dat is schering en inslag bij films. Zo lopen Schotten in kilts rond in Mel Gibsons Braveheart (1995), waarin de Schotten onder leiding van William Wallace aan het einde van de dertiende eeuw de strijd aangaan met de Engelse overheerser. Maar in die tijd droegen Schotten nog geen kilts; dat deden ze pas vanaf de zestiende eeuw. Ongetwijfeld wisten de kledingontwerpers dit, maar ze konden zich een anachronisme veroorloven omdat weinig mensen de geschiedenis van de Schotse kilt zullen kennen. Dus hielden ze het stereotiep: een Schot zonder kilt is geen Schot.
De Spartanen vechten in onderbroek
Bij kleding in historische films gelden voor mannelijke en vrouwelijke personages andere overwegingen. Bij avonturenfilms moeten mannen heldhaftigheid uitstralen. In de Hollywoodfilm 300 (2005) over de Slag bij Thermopylae, waarin driehonderd Spartaanse krijgers het opnemen tegen het veel grotere Perzische leger, vechten de Spartanen in onderbroek en met ontbloot bovenlijf tegen de machtige vijand. Het moet het beeld van hun dapperheid en onbevreesdheid versterken, maar natuurlijk gingen krijgers niet op die manier de strijd aan. Ze droegen een krijgsuitrusting als bescherming tegen de zwaarden en speren van de vijand.
Vrouwelijke personages in historische drama’s moeten sexy en aantrekkelijk zijn. Zo draagt in 300 koningin Gorgo, de vrouw van de Spartaanse koning Leonidas, een op de Griekse peplos geïnspireerd gewaad, waarvan het decolleté tot haar navel doorloopt. Overbodig te vermelden dat vrouwen in Sparta zich niet op die manier vertoonden. Evenmin correct is de kleding van het personage van Raquel Welch in 1966 in One Million Years B.C. De filmster loopt in de tv-serie, die in de prehistorie speelt, rond in een bikini van dierenhuid. Historisch onzin, maar de weinig verhullende outfit maakte van Welch een sekssymbool.
Dat filmkleding soms invloed heeft op de mode, is zo oud als de uitvinding van de film. We kunnen twee soorten onderscheiden. Om te beginnen films die zich in het heden afspelen. Zoals Breakfast at Tiffany’s (1961), waarin Audrey Hepburn een zwart mouwloos jurkje draagt, dat door het succes van de film een populair mode-item werd. Dat geldt ook voor het witte pak met wijde broekspijpen dat John Travolta in Saterday Night Fever (1977) aan heeft. En dankzij Top Gun (1986) werd het pilotenjack van Tom Cruise een gewild modeartikel.
Een tweede categorie vormen historische films die kleding uit het verleden weer populair maken. Het gigantische succes van Gone with the Wind (1939) zorgde in de jaren veertig voor de terugkeer van hoepelrokken, hoeden, parasols en waaiers. Ruim tien jaar geleden zorgde de verfilming van F. Scott Fitzgeralds roman The Great Gatsby (2013) voor een opleving van de flapper-stijl van de jaren twintig. Met franjes en kralen versierde jurken, haarbanden, bob-kapsels en opzichtige make-up waren weer hip.
Door Bridgerton zijn de empire-jurken terug
Een recent voorbeeld van de invloed van historische kleding op mode is Bridgerton, de populaire serie over de perikelen op de huwelijksmarkt van de Britse upper class in het begin van de negentiende eeuw. Door de serie zijn de empire taille-jurken terug in het modebeeld. En ook het aloude korset is door de serie een sexy fashion item geworden. Curieus, omdat in Bridgerton korsetten martelwerktuigen met ijzeren beugels zijn waarin vrouwen worden vastgesnoerd. Historisch overigens onjuist, want in het begin van de negentiende eeuw waren korsetten nog geen dwangbuizen, de ijzeren beugels en het strakke insnoeren kwamen pas later.
Kleding in historisch drama zal altijd een bron van discussie blijven. Kostuumhistorici zullen zich blijven opwinden over historisch incorrecte kleding en filmmakers zullen kleding blijven inzetten als middel om publiek naar hun films te trekken. Als het moet met een bikini van dierenvel.