Als het passagiersschip de St. Louis op 13 mei 1939 de haven van Hamburg verlaat, bestaat het grootste gedeelte van de ruim negenhonderd passagiers uit Duitse Joden. Zij hoopten via de Cubaanse hoofdstad Havanna geldige visa voor de Verenigde Staten te krijgen. Dit liep echter anders dan verwacht toen de Cubaanse autoriteiten weigerden de vluchtelingen van de St. Louis toe te laten. Ook de VS hielden hun grenzen gesloten, zodat het schip onverrichterzake terug moest keren naar Europa.
Koortsachtig overleg leidde ertoe dat uiteindelijk Frankrijk, Engeland, België en Nederland bereid waren hen op te nemen. De Duits-Joodse vluchtelingen kwamen op 20 juni 1939, precies 75 jaar geleden, aan in Rotterdam en werden over een drietal opvangplaatsen verspreid, waaronder vluchtelingenkamp Westerbork.
Historiek
Dit verhaal is afkomstig van het online platform Historiek,
tevens partner van de Maand van de Geschiedenis. Kijk voor meer verhalen over Grenzen op Historiek