“De wereld ging echt open toen”
Nederland zit eind jaren vijftig volop in de wederopbouw. Iedereen zet z’n beste beentje voor in het algemeen belang. Plotseling roert een groep jongeren zich, namelijk de Rock-’n-Roll-ers. Zij verzetten zich tegen de beklemmende moraal van hard werken en zuinig zijn. Tien jaar later breken de sixties uit en komen provo’s en hippies in opstand tegen het gezag. Maar tussen die beide golven jeugdcultuur manifesteert zich enigszins onzichtbaar, nog een andere scene: jongeren die zwerven tussen het Vondelpark en het Leidseplein. Campert woont in 1959 in Amsterdam aan de rand van het Vondelpark.
“Vanuit dat huis gingen we op meidenjacht”, zegt Campert . “Ik was toen dertig en in het boek beschrijf ik het leven van jongeren van rond de twintig. Een soort ideale jeugd heb ik willen beschrijven, ongebonden en zonder verplichtingen. Je had de nozems op de Nieuwendijk, met vetkuiven en brommers. Een beetje ruig. De jonge mensen uit Vurrukkulluk waren meer artistiek georiënteerd. Het waren de eerste zogenaamde Pleiners, die rondhingen in café Reijnders en café Eijlders. Ze kwamen veelal uit Amsterdam Zuid en hadden zelf ook artistieke ouders. Aan hun uiterlijk kon je deze jongeren niet herkennen, ze zagen er vrij gewoon uit. Maar er was iets in hun houding, een beetje hangerig, maar niet het stoere en uitdagende van de nozems. Het waren jongeren die niets ophadden met de oorlog, ze waren open en nieuwsgierig, het verleden interesseerde ze niet, er kwam zoveel nieuws uit Amerika. De wereld ging echt open toen”.
Lees verder en bekijk deze aflevering op anderetijden.nl/Vurrukkulluk-was-die-tijd