Daarom is het zo eigenaardig dat niemand precies schijnt te weten wat geluk is. De geluksreceptuur is minstens even gevarieerd als de mensheid zelve. Zo lezen we dat reizen gelukkig maakt, maar we lezen ook dat rustig thuisblijven gelukkig maakt.
Gelukkig is één ding zeker: geld maakt niet gelukkig. Een mooie, moreel verantwoorde uitspraak, die vrijwel niemand serieus neemt. Voor zover ik enige ervaring heb met geluk, of liever; met gevoelens waarvan ik vermoed dat zij door andere mensen worden beschouwd als geluk, deed zich dat voor gedurende even onverwachte als kortstondige momenten.
Soms realiseerde ik mij pas veel later dat ik een moment van geluk had beleefd.
Het lijkt mij simpelweg onmogelijk om een hele week gelukkig te zijn. Wie beweert zeer langdurig gelukkig te zijn, bedoelt meestentijds dat hij/zij langdurig zeer tevreden met het leven was of is. Zeer langdurig geluk lijkt mij, vanwege de intensiteit van de emotie, onvermijdelijk te moeten eindigen in het gekkenhuis.
Geluk als psychose. We kunnen maar beter zo voorzichtig mogelijk zijn met geluk. Laten we het niet te pas en te onpas gebruiken voor kleine tevredenheid. Zelfs tevreden zijn is trouwens al een hele kunst. Wellicht moeten we het woord geluk alleen gebruiken in verband met Guus Geluk, de neef van Donald Duck. Guus heeft altijd geluk en is daardoor een onuitstaanbare, stomvervelende eend.
Donald heeft altijd pech en moet door zijn ook vrij onuitstaanbare neefjes aanhoudend uit hachelijke situaties worden gered. Donald is echter een echt ‘mens’, gedeukt en bepleisterd, maar een eend om lief te hebben.
Geluk is trouwens meestentijds een contrast-emotie.
Na zes jaar middelbare school biedt de mededeling dat je voor je eindexamen bent geslaagd voor de meeste mensen een geluksmoment. Maar dat slijt snel en misschien zijn er zelfs mensen die het vreselijk vinden om de middelbare school te verlaten.
Het aanhoudend gezochte en besproken geluk in onze cultuur is meestal sentimentele kletskoek: ‘Even een moment voor jezelf met een kopje Douwe Egberts-koffie in de ochtendzon’. Toch was ik ooit intens gelukkig – besef ik achteraf – met mijn opa en oma, en koffie met Deventer koek, in de ochtendzon.