Artikel

Het geluk in eigen hand nemen

Lodewijk Petram

Pas onlangs heb ik voor het eerst een historische bron in handen gehad waarin het expliciet over geluk ging. Het was een brief van de Nederlandse schrijver Jef Last aan diens Franse vriend en collega André Gide, geschreven vanuit Madrid, eind september 1936.

Straatgevechten tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Foto AFP

Alle rechten voorbehouden

Last was in Madrid om mee te vechten in de Spaanse Burgeroorlog, die twee maanden eerder was uitgebroken. Hij steunde de republikeinen, die het opnamen tegen de generaalsopstand onder leiding van de latere dictator Franco.

Het leven in Madrid was vervuld van ongekende schoonheid en heroïek, schreef Last. Zij aan zij te leven en te strijden met zijn kameraden was voor hem zoiets prachtigs dat hij verder niets meer te wensen had. Dit betekende overigens niet dat hij hoopte te sneuvelen aan het front, voegde hij er snel aan toe. Hij wilde alleen zeggen dat hij nooit eerder zo gelukkig was geweest en niet verwachtte zich ooit gelukkiger te zullen voelen.

Last was in deze periode een overtuigde communist en in de kringen waarin hij verkeerde was het heel normaal om met veel bombast te spreken over solidariteit tussen kameraden en de strijd voor het heil van de arbeider als het hoogste levensdoel te presenteren. Toch waren het geen holle frasen die hij aan Gide schreef. Last was geheel vrijwillig naar Spanje gegaan, zijn vrouw en kinderen had hij in Amsterdam achtergelaten. Hij voelde zich oprecht aangetrokken door de omstandigheden in Madrid en was bereid zijn leven te riskeren om de wereld een stapje dichter bij de verwezenlijking van zijn idealen te brengen.

Jef Last. Foto Literatuurmuseum

 

Alle rechten voorbehouden

Van geen van de andere personen die ik in mijn historisch onderzoek ben tegengekomen, heb ik zo duidelijk kunnen vaststellen dat ze gelukkig waren. Ongelukkig wel overigens. Het meest tragische voorbeeld is de man die vanaf zijn geboorte was voorbestemd zijn vader op te volgen in het familiebedrijf, maar daar noch de interesse noch de kwaliteiten voor bezat. De bankier Karel van der Mandele, die kort voor de Eerste Wereldoorlog op jonge leeftijd toetrad tot de hoofddirectie van een grote bank, was ook allerminst gelukkig. Hij voelde zich volstrekt niet op zijn gemak voelde tussen zijn gehaaide collega’s die op nietsontziende wijze groei nastreefden en de concurrentie probeerden af te troeven.

Het aloude (en nogal afgezaagde) gezegde dat geld niet gelukkig maakt, lijkt weer eens bevestigd te worden: de beide heren met riante inkomens waren ongelukkig, terwijl de straatarme Last zeker wist dat hij de opperste staat van geluk had bereikt. En het is waar natuurlijk: materiële welvaart leidt niet automatisch tot geluk. Recent onderzoek van het CBS laat zien dat inkomen weliswaar een bepalende factor is voor het ervaren geluksgevoel, maar dat gezondheid nog belangrijker is.

Zou Jef Last gezonder zijn geweest dan de andere twee heren? Ik zou het niet weten, maar volgens mij is er iets anders wat het geluk van Last bepaalde. Hij was een man van idealen, en waar hij in Nederland vooral discussieerde en schreef, verkeerde hij in Spanje voor het eerst in een positie waarin hij op tastbare wijze kon bijdragen aan het verwezenlijken van zijn idealen. De toekomst van zijn Spaanse kameraden was mede van hem afhankelijk – of zo voelde het tenminste. Binnen een geheel andere context, maar op vergelijkbare wijze lijkt bankier Van der Mandele zijn geluk te hebben gevonden. Na een paar moeilijke beginjaren slaagde hij erin het beleid van de bank steeds meer naar zijn hand te zetten en zo voor zichzelf een bepaalde mate van geluk af te dwingen. Vervolgens zou hij tot op hoogbejaarde leeftijd directiefuncties en commissariaten bij de bank vervullen.

In de loop van de geschiedenis zijn de percepties van inkomen, gezondheid en waarschijnlijk ook die van geluk ingrijpend veranderd. Wat hetzelfde is gebleven, is dat mensen een geluksgevoel ervaren wanneer zij door eigen toedoen iets bereiken of bemachtigen waar ze tevoren naar verlangden. Gelukkig hebben de meeste personen die ik in mijn onderzoek ben tegengekomen op enig moment in hun leven op deze manier geluk gevonden – soms van zeer tijdelijke aard, soms voor langere tijd. Alleen de man in het familiebedrijf is zijn hele leven ongelukkig gebleven.


Lodewijk Petram/ Foto: Fjodor Buis

Alle rechten voorbehouden

Lodewijk Petram (1981) is econoom en historicus. Hij promoveerde op een onderzoek naar de ontwikkeling van de aandelenmarkt in zeventiende-eeuws Amsterdam en schreef over ditzelfde onderwerp De bakermat van de beurs (Atlas Contact 2011). In 2016 verscheen van zijn hand De vergeten bankencrisis (Atlas Contact), over overambitieuze bankiers en sluwe zakenlieden in de jaren twintig, met een belangrijke bijrol voor de kordate minister Colijn. Dit boek bereikte de shortlist van de Libris Geschiedenisprijs 2016. Momenteel werkt hij aan een nieuw project, waarin de Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) centraal staan. Daarnaast is hij in deeltijd als research data manager verbonden aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Amsterdam.