De opkomst van de machine
Aken, Monschau en Eupen hadden zich al vroeg gevestigd als centra voor de lakenindustrie. De vraag naar stoffen jassen, jurken, pakken en nog veel meer werd steeds groter. Het is dus niet verwonderlijk dat in de eerste decennia van de 19e eeuw een deel van het werk van een ambachtsman werd overgenomen door een machine. Maar vanzelfsprekend was dit niet, omdat veel wevers gewend waren vanuit hun eigen huizen te werken.
Fabrieksgebouwen met status
De verdienmogelijkheden met weven en verven werden groter. De ontwikkeling van nieuwe machines nam een grote vlucht. En intussen werd er heel wat bijgebouwd om die ontwikkelingen bij te benen. Eerst waren dat provisorisch opgetrokken gebouwen, maar gaandeweg werden de gebouwen fraaier, met de status die bij een grote fabriek paste. Ook de arbeidsomstandigheden werden langzaam maar zeker beter;er kwamen meer sociale voorzieningen. Maar werken in een fabriek was absoluut niet populair bij iedereen. Want het was ook erg zwaar: werken van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, ook in het weekend, luidruchtige machines, waar je bij onvoorzichtig gebruik ook nog eens flink gewond kon raken.