Pronkstilleven door Adriaen van Utrecht uit 1644. Afbeelding Rijksmuseum, Amsterdam
Genieten?
Onder invloed van humanisme en radicale denkers komt aards geluk weer wat dichterbij. Geluk is te vinden in onszelf, schrijft filosoof Richard Allestree in 1675 in The Art of Contentment, en ligt in tevredenheid met aardse zaken: een schoon, comfortabel huis op het land, een tuin, vruchtbomen, ‘uitstekende wijn’
En in de Nederlanden is er steeds meer om tevreden mee te zijn. Een Gouden Eeuw dient zich aan. Voor de gemiddelde inwoner van de Republiek is het leven nog steeds geen vetpot. Maar: rond 1700 drinken ook de meeste niet-rijken thee, leren lezen en leven in een tevreden huwelijk.
Theepot eind zeventiende eeuw.
Collectie Keramiekmuseum
De Nederlandse economie buldert, dankzij een tsunami aan gelukszoekers. Kennismigranten ontvluchten de Zuidelijke Nederlanden voor een leven van welvaart en vrijheid in Leiden, Amsterdam, Delft. Duitsers ontsnappen aan de Dertigjarige Oorlog, hugenoten uit Frankrijk, Joden uit Portugal.
En ook de Nederlanders zelf beproeven hun heil elders: op de suikerplantages in Brazilië, de Afrikaanse Goudkust en de Kaap, in Indië en Amerika. Begint het te kriebelen? Zet je dan schrap voor een aardverschuiving.
Aardglobe van Joan Blaeu, 1645-1650
Collectie Amsterdam Museum , verworven met steun van de Vereniging Rembrandt