Boekbinden of zadels maken?
Elke nieuw binnengekomen gedetineerde kon bij de directeur aangeven wat voor soort werk hij wilde doen. Zo kon hij ervoor kiezen om te gaan timmeren, maar hij kon ook bezig met smeden of meubelmaken. Het was ook mogelijk om met textiel te werken: kleermaken of weven. Maar ook letterzetten en drukken, schilderen, boekbinden, manden maken, schoenen maken en zadels maken behoorden tot de mogelijkheden. De voornaamste opdrachtgevers voor gevangenisarbeid waren de Rijksdiensten en de PTT.
Gedetineerden moesten vijf dagen per week aan het werk. Werkmeesters hielden toezicht en waren bekwaam in het vak dat in hun werkzaal werd uitgeoefend. Naast toezicht houden waren ze er ook om de gevangenen bij hun werk te begeleiden en hen, als ze dat wilden, op te leiden in het vak van hun keuze.
Divers personeel
Het personeel in de oude gevangenis van Leeuwarden had veel uiteenlopende functies. Zo waren er naast de directeur ook een huismeester en arbeidsmedewerkers. Er werkten artsen en verplegend personeel. En behalve bewaarders liepen er ook administratieve medewerkers, onderwijzers en bibliothecarissen rond. Gedetineerden konden rekenen op geestelijke verzorging: voor de protestanten was er een dominee, voor de katholieken een pater, en een humanist voor niet-gelovigen. Kortom, een grote diversiteit aan personeel om het werk uit te voeren dat nodig was om een inrichting als een gevangenis goed te laten functioneren.
Bezoek ook het online museum met vele verhalen over het leven/ werk in een voormalige Bijzondere Strafgevangenis.